Ongeveer de helft van de Nederlanders die de oprichting van een bedrijf voorbereiden of sinds kort een eigen bedrijf hebben, is actief in de dienstensector. Nederlanders geven als belangrijkste motief om een bedrijf te beginnen vooral aan dat ze eigen baas willen zijn en het een uitdaging vinden. In Nederland is ruim een derde van de mensen die betrokken zijn bij ondernemerschap van het vrouwelijke geslacht, een getal dat gelijk staat aan het wereldwijde gemiddelde. Zowel vrouwen als mannen zijn met name in de leeftijd tussen 25 en 45 jaar bezig met nieuw ondernemerschap, waarbij voor vrouwen het zwaartepunt wat meer ligt russen de 35 en 45 jaar. In Nederland krijgt een groot deel van de mensen die een eigen onderneming proberen op te zetten deze daadwerkelijk van de grond. De ondernemers van jonge bedrijven laten een behoorlijke werkgelegenheidsontwikkeling zien. Tezamen met de ontwikkeling van de ondernemers in spe en van de ondernemers in jonge bedrijven duiden de resultaten erop dat Nederlanders niet over een nacht ijs gaan voor ze besluiten een bedrijf op te zetten en dat ze zich goed voorbereiden.
Weinig informele investeerders in Nederland.
De Global Entrepeneurship Monitor - het Economisch Instituut van het MKB - bestudeert per land negen themavelden om het "klimaat" voor ondernemerschap in kaart te brengen. In het algemeen kan gesteld worden dat de condities voor ondernemerschap goed zijn in Nederland. Op de meeste themavelden scoort Nederland volgens "expert opinions' boven het wereldwijde gemiddelde. Enkele zwakke punten in de geringe aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs, hoge administratieve lasten voor startende ondernemers en een gebrekkige kennisoverdracht naar kleine en nieuwe bedrijven. De Nederlandse markt voor informele investeerders kan als "ondermaats" bestempeld worden. Relatief weinig mensen investeren hier in andermans bedrijven, al is het gemiddelde bedrag dat ze investeren gemiddeld wel vrij hoog. Ook hier is nog veel potentieel aanwezig dat aangeboord kan en moet worden voor het creëeren van een ondernemende samenleving.
Europese positionering van het Nederlandse Ondernemerschap
Ten opzichte van 10 andere economisch belangrijke landen positioneert Nederland zich qua ondernemendheid op een gedeelde derde plaats (11% van de beroepsbevolking). Maar twee landen, Italië en Ierland, zijn 'meer ondernemend'. Twee andere landen, België en het Verenigd Koninkrijk hebben een gelijk percentage ondernemers in de beroepsbevolking. Tien jaar geleden stond Nederland nog op de zesde plaats. Nederlalnd is de afgelopen jaren in internationaal perspectief dan ook een stuk ondernemender geworden. Echter gemeten naar bedrijvendynamiek scoort Nederland niet hoger dan gemiddeld. Nederland scoort in 2004 onder het gemiddelde als het gaat om het aantal opheffingen en oprichtingen van bedrijven. Wel neemt het aantal oprichtingen in 2004 voor het eerst sinds 2000 weer wat toe, van 8% in 2003 naar 8,8% in 2004. Bovendien neemt het aantal opheffingen in 2004 niet verder toe: de opheffingsquote blijft steken op 6,5%. Nederland telt door de neergaande conjunctuur in de periode 2000-2004 relatief weinig snelgroeiende bedrijven. Het aantal bedrijven dat als 'snelle groeier' wordt aangemerkt, op basis van een snelgroeiende omzet, is ten opzichte van de periode 1999-2002 bijna gehalveerd. Een zorgelijk getal aangezien dit tevens gezien kan worden als de teruggang van innovatie binnen het Nederlandse bedrijfsleven. Hoe kunnen wij een nieuw soort ondernemerschap ontwikkelen dat komt met voldoende innovaties en dat als vitaal kan worden gekenmerkt?
Onze definitie van dat "nieuwe" en vitale ondernemerschap, dat snel kan komen tot resultaten, is 'the process by which individuals pursue new market opportunnies without regard to Ihe resources they currently contro!. Successful entrepreneurs are typically obsessed with opportunities rather than money, they balance leadership within a team, and consider many different business aspects simu!taneously". In deze definitie staan vier elementen centraal: markt, resources, leiderschap en dynamische nieuwe balansen:
1. Ondernemerschap: vakbranchekennis, waardenbepaling, markten, sales, netwerken, marketing, etc.
2. Leiderschap: de rol van human capital en entrepeneurship, motieven van ondememersgedrag, groei en ondernemerschap/effectiviteit en succes, levencycli ondernemerschap en groeimodellen, mentoring, coaching snelle groeiers en andere ondernemers, intrapreneurship en succesfactoren, persoonlijkheidsprofielen van toppers, de rol van emotie, motivatie en persoonlijkheid van ondernemerschap
3. Management: processen (Total Cost of Ownership), ICT, financiën, plannen, organiseren, controle, HRM.
4. Dynamische overlappingen zijn:
• Visie en inspireren
• Coachend leiden, condities scheppen, managen organisatorische veranderings-processen,intercultureel management.
• Markt klant veranderingsprocessen
• Meta vermogens van verandering
Geen opmerkingen:
Een reactie posten